proza van Kunstenaar Peter Paulusse

90 cm / 4+

De oerknal van rood en geel en blauw.
Van komkommers en bananen en pruimen.

Wij zingen bij het kampvuur “Al te saam.”
Nooit zullen wij een potter worden!
Nooit een klerk van 8 tot 5.

Eten rietgans en drinken in het koehof.
Droom van dominee Koning kapot geschoten.
Wij versieren met linten de buitenwatersloot.
Vernieuwen het kleinschalig loflied.
Zingen aan de bar over duurzame molens
en te gekke ananassen.
De roddel vervolgt zijn tocht.
Van huis met angst naar huis met kruis.
Het bloemenkind voert elanden op Elzeneiland.
Het langharige en werkschuw tuig eet
poëtische minelli soep met Shiva en Santa Maria kruiden.
Zomaar op het wisselpad van man en vrouw beland.
Rollen draaien om.
Vrouwen willen klerk worden van 5 tot 8.
Zij willen macht in eigen buik.
Ook een man kan de wasmachine aanzetten.
Van strijken houdt niemand van.
Schouder aan schouder geven wij het stickie door.
Met Herrie Brood op de bergvlietse heide.
Piet Potlood leegt zijn kleurpotlodendoos.
Hoorngeschal tussen duin en dal.
Nooit worden we een potter.
Nooit een klerk van 5 tot 8!
De vrouwen aan de macht!
En ik? Held van vreedzaam verzet,
moet mij zich aansluiten bij de R.A.F.,
omdat zij, mijn lief, niet durft.

Ik ben weer meer mens geworden.
Op zomaar een zomeravond.
Een vreemde avond. Een stille.